Home

Paragrafen

Open eind risico's

Participatiewet inkomensdeel (BUIG)
Gemeenten ontvangen voor de bijstand een specifieke uitkering van het Rijk (BUIG). Voor 2022 is het tekort op dit budget geraamd op € 6,8 mln. (14,8% van het rijksbudget). Boven een tekort van 7,5% worden gemeenten voor 50% gecompenseerd door het Rijk. Boven een tekort van 12,5% is de compensatie 100%. Voor 2022 is een compensatie worden aangevraagd van € 2,2 mln. Ook in 2022 is er sprake van een dalende trend van 3,629 bijstandsgerechtigden in januari 2022 naar 3.541 in december 2022. De bijstandsuitgaven dalen maar het BUIG budget daalt nog harder waardoor het tekort op de bijstand in 2022 ten opzichte van 2021 met €3,8 mln. is toegenomen. Dat het BUIG budget harder daalt komt doordat landelijk de daling van het aantal bijstandgerechtigden hoger is dan in Zwolle.  Het financiële risico van een toename van de bijstandsuitgaven tot het maximale niveau in de risicomatrix is gewogen op hoog.

Armoedebeleid
Het armoedebeleid bestaat uit diverse open einde regelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen. De budgetten voor het minimabeleid zijn op niveau. De weging van het risico in de risicomatrix is laag.

Leerlingenvervoer
Door een toename van het aantal te vervoeren leerlingen lopen de kosten van het leerlingenvervoer op. In 2022 is het budget met € 0,3 mln. overschreden. De verwachting is dat het budget ook in 2023 niet toereikend is. Oplopende brandstofkosten en het personeelsgebrek bij de vervoeder een financieel risico. De weging van het risico in de risicomatrix hoog.

Wmo verstrekkingen
Wmo dagbesteding en thuisondersteuning zijn openeinde regelingen. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg, toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen in landelijke beleid waaronder invoering abonnementstarief, komen hierin tot uitdrukking. De uitgaven voor Wmo verstrekkingen en Wmo dagbesteding zijn al enige tijd stabiel en blijven binnen budget. In de risicomatrix is hiervoor de weging laag. Voor thuisondersteuning zien we sinds 2021 een toename van de zorgvraag boven de trendmatige volumegroei. De coronacrisis en het de invoering van het abonnementstarief zijn een van de oorzaken. De weging in de risicomatrix voor thuisondersteuning is midden.

Eigen bijdrage WMO
De eigen bijdrage voor de Wmo wordt geïnd door het CAK. Inkomsten en raming zijn in evenwicht. Het risico op de eigen bijdragen is laag.

Jeugdzorg
De activiteiten die de gemeente uitvoert in het kader van de Jeugdwet kenmerken zich door het open einde karakter. Afgelopen jaren zijn de uitgaven voor jeugdzorg harder gestegen dan de trendmatige stijging van de begroting. Deze ontwikkeling heeft de afgelopen drie jaren tot een overschrijding van het budget geleid. Dit is overigens het landelijke beeld. Het Rijk heeft m.i.v. 2021 additionele middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg maar tegelijkertijd een landelijke hervormingsagenda opgesteld die moet leiden tot besparingen op de uitgaven voor jeugdzorg bij gemeenten. Er is nog veel onzekerheid over het financieel effect voor gemeenten van deze landelijke interventies terwijl vanaf 2022 door het Rijk gemeenten al wel weer gekort heeft op de eerder beschikbaar gestelde extra middelen. De weging van de in de risicomatrix is hoog.

Arbeidsparticipatie    
Op 1 januari 2019 zijn alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratieactiviteiten overgegaan naar Tiem. Door de goede economische omstandigheden is het aantal bijstandsgerechtigden de afgelopen jaar gedaald. Om de dalende trend te behouden blijft begeleiding en de inzet van (loonkosten)subsdies nodig voor met name de bijstandsgerechtigden die al langer tijd in de bijstand zitten. Daarnaast wordt al enige jaren extra middelen ingezet voor de begeleiding van statushouders. De rijksbekostiging van de werkplekken beschut werk nieuw is onvoldoende. Hier kan nog een financieel knelput ontstaan. De weging in de risicomatrix voor arbeidsparticipatie is laag.

Sociale werkvoorziening
Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifieke uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. Door het teruglopend aantal Wsw-medewerkers en omdat het steeds moeilijker wordt om het vergrijzende bestand van Wsw-medewerkers te detacheren lopen de opbrengsten uit Wsw-activiteiten terug en daarmee de dekking van de vaste kosten zoals gebouw en overhead. Hierdoor is het exploitatieresultaat van Tiem toenemend negatief en nemen de kosten voor de gemeente op de uitvoering van de Wsw toe. De in 2021 uitgevoerde evaluatie heeft uitgewezen dat dit dit de komende jaren nog verder zal toenemen. Inmiddels wordt op basis van de adviezen uit de evaluatie gewerkt aan een nieuw bekostigingsmodel waarbij de opgaven voor Tiem en de financiering meer structureel in evenwicht worden gebracht. Tot dat moment wordt het totale risico uitvoering Wsw wordt gewogen op hoog.

Kwijtschelding
De risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld. Na een stijging  van het aantal toewijzingen de afgelopen jaren zien we nu een afname. Vanaf 2023 zal dit waarschijnlijk toenemen door verruiming vermogensnorm en inkomensnorm WAO-ers. hoe hoog deze stijging zal zijn is moeilijk in te schatten.

Deze pagina is gebouwd op 07/17/2023 16:37:08 met de export van 07/17/2023 16:11:27